vrijdag 28 september 2012

Paradigmatische analyse


Ik beoordeel mezelf

Na elk college van de cursus Beeldcultuur heb ik een blog geschreven. Voor deze blog moet ik mezelf beoordelen op basis van mijn voorgaande blogs. Wanneer ik terug kijk op die blogs, denk ik dat ik mezelf in de categorie kan plaatsen van ‘Goed’. Onder goed verstaan we een cijfer tussen de 7 en de 8. Ik denk namelijk dat ik in deze categorie val omdat ik ten eerste alle leerdoelen die er besproken zijn in het college, in mijn blogs heb verwerkt. Ten tweede heb ik de literatuur die tijdens het college werd besproken in mijn blog verwerkt, maar daarnaast heb ik ook literatuur in mijn blogs verwerkt die ik zelf heb gevonden. Dit was niet altijd even gemakkelijk, maar al bij al vind ik dat ik hier redelijk in geslaagd ben. Daarnaast heb ik de gebruikte literatuur en theorie zoveel mogelijk in mijn eigen woorden proberen uit te drukken, en waar het kon ze verduidelijkt door er een voorbeeld aan toe te voegen. En als laatste blijkt uit mijn blogs dat het qua inhoud en toepassingen vooral een reproductie van de literatuur en de behandelde college stof is. Naar elk onderdeel heb ik kritisch gekeken en proberen te verduidelijken aan de hand van een eigen bedacht voorbeeld, of een voorbeeld dat aan bod kwam in het college. 

Kortom, ik zal niet in de categorie van Excellent vallen. Voor deze categorie ben ik, in mijn ogen, nog niet ver genoeg ontwikkeld, voorheen heb ik namelijk nog nooit een blog geschreven en wist ik niet wat ik hiervan moest verwachten. Bij deze categorie is het vereist dat je extra nieuwe inzichten in je blog hebt verwerkt. Dit is wel iets waar ik naartoe wil werken. Verder ben ik van mening dat ik niet in de categorie Voldoende val. Ik heb naast al deze voorgeschreven onderdelen, altijd proberen te zoeken naar nieuwe literatuur die ik kon verwerken in mijn blogs en heb hier eigen voorbeelden aan toegevoegd. Na deze kritische reflectie van mezelf, ben ik tot de conclusie gekomen dat de categorie Goed bij mij past. 


Terug naar de orde van de dag...


Ik ben bewust/ onbewust/ voorbewust

Ons bewustzijn kunnen we opdelen in drie verschillende niveaus. We kunnen ons van iets bewust zijn, dat wil zeggen, datgene wat we ons bewust zijn, is onder je aandacht. Je bent bijvoorbeeld naar je handen aan het staren en ziet dat je aan elke hand vijf vingers hebt, en dat op elke vinger een nagel zit. Deze hand zie je en je bent je ervan bewust dat je deze ziet.
Een tweede niveau is je onbewust zijn. Je bijt op je nagel en hebt totaal niet in de gaten dat je dat doet. Je zit in de trein en denkt aan de leuke film die je hebt gezien, of je denkt aan het boek dat je nog moet lezen voor het college van morgen en je weet dat je dat uitgelezen moet hebben voor morgenvroeg. Dat wordt een stressvolle avond. Door al deze gedachten, merk je totaal niet dat je op je nagel aan het bijten bent, dit gebeurt dan in je onderbewustzijn.
Tot slot hebben we nog een derde niveau van bewust zijn, deze noemen we het voorbewust zijn. Hierbij gaat het er eigenlijk om dat je jezelf iets niet bewust bent, maar wanneer iemand je hierop wijst, word je hier wel bewust van. Bijvoorbeeld, je zit nog steeds op je nagels te bijten totdat iemand tegen je zegt: ‘Hé, wil jij die nagels eens met rust laten?’ Vanaf dat moment ben je je bewust dat je je nagels aan het afbijten bent. 


Paradigmatische en syntagmatische analyse

Op verschillende manieren kunnen we een filmfragment analyseren. Je hebt de paradigmatische manier van analyseren. Hierbij bekijk je het beeld, de montage en analyseer je het geluid van het filmfragment. Bij de syntagmatische analyse kijk je naar de inhoud van het verhaal. Wat betekent datgene nou wat je hebt gezien? Welke boodschap wil de auteur overbrengen?
Een paradigma is, wanneer we de termen van Peirce weer aanhalen, een firstness. Bij alles wat je doet, of elke manier waarop je jezelf uit, heb je een keuzemogelijkheid. Een syntagma is dan een secondness, het is een combinatie van de elementen die je uit de paradigma’s hebt gekozen. 

Paradigmatische foto analyse

Bij paradigmatische foto analyse probeer je zo sec mogelijk een foto te beschrijven. Je probeert er geen betekenis aan te geven. Bij een foto beschrijving laat je van de foto zien, maar tevens laat je ook heel veel niet zien. Bij een foto heb je altijd een vooraf en een achteraf, de foto zelf is het NU, aldus H. van Driel.

Nu ga ik zelf een klein begin maken van een foto analyse. Dit doe ik aan de hand van een foto, gemaakt door Julie de Waroquier. Deze foto heb ik gevonden op de site Lookslikegooddesign, een site waar ik regelmatig designs van kunstenaars op bekijk. Op een manier die we denotatie noemen, dat wil zeggen, de meest droge, niet geassocieerde betekenis van de foto. Dit is erg moeilijk want je kunt tekens haast niet sec beschrijven. Er is altijd sprake van een interpretant.


Op deze afbeelding zie je een meisje dat op het zebrapad staat. Er is centraal perspectief toegepast. Ook kan je zien dat de foto is bewerkt, er zijn vlinders in de foto geplaatst. De gebouwen zijn aan de onderkant wazig gemaakt door middel van een bewerkingsprogramma. De kleuren in de foto lopen van donker naar licht, donker aan de onderkant, alsmaar lichter naar boven. Het meisje staat midden op de foto en de foto is genomen van een kikvorsperspectief.
Doordat er zo veel verschillende manieren zijn om een foto te maken, had deze foto er ook heel anders uit kunnen zien. Julie had bijvoorbeeld een vogelvluchtperspectief kunnen aannemen, het meisje van de zijkant kunnen fotograferen, ze had meerdere mensen op de foto kunnen plaatsen, de vlinders kunnen vervangen voor vogels.
Alle de hierboven omschreven mogelijkheden die Julie had kunnen toepassen, zijn paradigma’s. Julie de Waroquier heeft syntagma toegepast en is uiteindelijk tot dit resultaat gekomen. 

Wel denk ik dat het moeilijk is om elk beeld paradigmatisch te analyseren. Wanneer je bijvoorbeeld een foto maakt van een moment waarbij je maar een korte tijd hebt om deze te maken. Je bent dan niet bezig met de setting of iets dergelijks. Je houd je dan niet bezig met de paradigma’s en het syntagma dat daaruit voortvloeit. Zou je, wanneer dit het geval is, dan wel een paradigmatische analyse kunnen maken?






Bronnen 
Theorie: Van Driel, H. (2012). Beeldcultuur college 5, maandag 24 september 2012.
Aanvullende informatie:
- Nagelbijten. (Jaartal onbekend). Geraadpleegd via: http://forum.viva.nl/forum/Mode_Beauty/Nagels_bijten/
- De Waroquier, J. (Jaartal onbekend). Surreal Pictures [ Photograph]. Geraadpleegd via: http://lookslikegooddesign.com/photo-julie-de-waroquier







zondag 16 september 2012

Begrijpen hoe we begrijpen


Begrijpen

Begrijpen hoe we begrijpen met de semiotiek als mogelijke verklaring.

Als we onszelf af gaan vragen hoe wij bepaalde dingen begrijpen, willen we eigenlijk begrijpen hoe wij begrijpen. Wat is begrijpen en hoe begrijpen wij?

Betekenis vormen

Iets proberen te begrijpen, wil eigenlijk zeggen dat we ergens een betekenis aan willen vormen. Wanneer we gaan kijken naar een teken (= een woord of beeld), proberen we dus dit teken te begrijpen. Een teken kan verschillende betekenis effecten veroorzaken. Het kan er namelijk voor zorgen dat je bij dat teken een gevoel krijgt, het kan leiden tot een aanzet tot handelen of het kan kennis bij je opwekken. De betekenis die we uiteindelijk vormen is dan de optelsom van alle tekens die zijn voortgekomen, hieruit trekken we dan onze conclusie.  (Hans van Driel, hoorcollege 10-9-2012) Twee voorbeelden:


Jantje zit in het college van Hans van Driel en zegt: 'Hé, moet je daar nou kijken, een roze olifant hangt aan het plafond!'(Object) Zijn medestudenten zijn zo verbaasd door de opmerking van Jantje (teken), dat ze allemaal omdraaien en gaan staren naar het plafond (aanzet tot handelen). Nadat alle studenten het plafond hebben bekeken, draaien zij zich geïrriteerd (emotie) terug met het gezicht naar de docent en denken bij zichzelf: 'Jantje is een rare vogel'. ( Het leidt tot een zekere mate van kennis).

We rijden in een auto en zien voor ons een rood, achthoekig bord waarop met witte letters ‘STOP’ staat (teken). Vanuit onze kennis van de verkeerstheorie weten we dat dit bord betekent dat we moeten stoppen voor de witte streep op straat. (Kennis) We moeten voorrang verlenen aan al het voorbijgaande verkeer alvorens we zelf door mogen rijden. Dit is de betekenis die we aan dat bord hechten. (Conclusie)




Semiotiek

Via een semiotische invalshoek hebben we net naar de hier bovenstaande voorbeelden gekeken. Het is een benadering die woorden en beelden opvat als tekens. Aan alles wat we waarnemen, kunnen we een betekenis vormen. Een betekenis is aanvaardbaar, wanneer een gemeenschap hierover op de lange duur tot overeenstemming zijn gekomen. ( Hans van Driel, hoorcollege 10-9-2012) Elk teken is dan een verschijnsel dat een betekenis vormt. Kenmerkend aan een teken: Het is waarneembaar (sign), het verwijst naar een afwezige (object) en roept een reactie op die functioneert in een gemeenschap (concept).


(Bron)

Teken en het afwezige

Via kennis, een handeling of een emotie krijgt een teken dus een betekenis. Deze betekenis noemt men ook wel de interpretant. Een teken kan bemiddelen tussen afwezige en mogelijk reacties. Op drie manieren kan er een relatie ontstaan tussen een teken en een referent. We kunnen een overeenkomst waarnemen tussen het teken en de referent, dit noemen we de iconische relatie. We beschouwen een referent als een oorzaak voor het teken, de indexicale relatie. Of we hebben een bepaalde relatie afgesproken tussen teken en het referent, de symbolische relatie.



Ronald Barthes

Binnen de semiotiek bestaat er een theorie die ervan uitgaat dat een publiek verschillende betekenissen kan geven aan een teken. De theorie van de gelaagde betekenissen, ontwikkeld door Ronald Barthes, gaat ervan uit dat elk teken een betekenis heeft op twee niveaus, namelijk op denotatief en connotatief niveau. Denotatief is de letterlijke betekenis die een teken krijgt. Dit wil niet meer zeggen dan het letterlijk benoemen van wat je ziet. Connotatief is het tweede betekenisniveau dat een teken met zich meedraagt. Het draagt vaak een symbolische betekenis met zich mee die voor iedereen anders kan zijn. Voor deze symbolische betekenissen is vooraf kennis nodig om het teken te begrijpen. 
Wanneer we bijvoorbeeld gaan kijken naar een afbeelding van Michael Jackson kan dat voor de één een andere betekenis hebben dan voor de ander. Als ik naar de afbeelding van Michael Jackson kijk, dan zijn de eerste dingen die me te binnen schieten: Vroeger donker, nu wit. Neustransplantatie, geweldige muziek. Maar wanneer je iemand laat kijken naar deze afbeelding die Michael Jackson totaal niet kent, dan zal deze persoon puur de dingen opvallen die er op de afbeelding aanwezig zijn. Bij de kenner zien we zowel de denotatieve als de connatieve betekenissen, terwijl bij de niet-kenner alleen de denotatieve betekenis een rol zal spelen.


Opdracht 1 semiotische analyse

Voor college 4 van Beeldcultuur heb ik de opdracht gekregen een semiotische analyse te maken van een beeld fragment. Dit ga ik doen aan de hand van het fresco van Leonardo da Vinci ‘Het laatste avondmaal’. Hierbij kijk ik wat voor relatie er bestaat tussen het teken en het object en in hoeverre deze aantoonbaar is.

Het laatste avondmaal, Leonardo da Vinci, Santa Maria della Grazie

Iconische relatie: Er bestaat een relatie tussen het teken en een afwezige, want we nemen een overeenkomst waar tussen de afbeelding en het ‘afwezige’. De afbeelding stelt namelijk ‘Het laatste avondmaal van Jezus’ voor zoals beschreven staat in de Bijbel, gebaseerd op Johannes 13:21-26. We kunnen niet zeggen dat de voorstelling die Leonardo da Vinci van ‘Het laatste avondmaal van Jezus’ heeft, exact overeenkomst met de werkelijkheid. Maar een zekere overeenkomst is aanwezig. De Bijbeltekst vertelt namelijk dat er 12 discipelen aanwezig behoren te zijn, die zich aan een tafel bevinden waar Jezus het middelpunt vormt. We zien heren gebaren naar boven maken, naar God. De verrader Judas draagt een zak waarin muntstukken zitten die hij heeft ontvangen voor het verraden van Jezus. 

Indexicale relatie: De afbeelding van ‘Het laatste avondmaal van Jezus’ zou niet kunnen bestaan als deze gebeurtenis niet zou zijn opgeschreven in de Bijbel, Johannes 13:21-26. Op die manier zou Leonardo da Vinci niet in staat zijn geweest de fresco te maken omdat er geen omschrijving zou zijn geweest van deze gebeurtenis. Leonardo da Vinci heeft de gebeurtenis geïnterpreteerd zoals het is afgebeeld in het fresco. Het is een afbeelding van wat zich ooit heeft plaats gevonden door de ogen van de kunstenaar.

Symbolische relatie: Het fresco van ‘Het laatste avondmaal van Jezus’ staat symbool voor de laatste maal die Jezus had met zijn discipelen. Tijdens dit avondmaal vertelt Jezus zijn twaalf discipelen dat hij die avond door één van volgelingen zal worden verraden, waarna hij gearresteerd en gekruisigd zal worden aan een Romeins kruis. Na dat hij deze voorspelling heeft gedaan, geeft Jezus Zijn volgelingen symbolen voor de herinnering aan Zijn lichaam en Zijn bloed die voor de mensheid zal worden opgeofferd. "En hij nam een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: 'Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken." (Lucas 22:19). Na dit avondmaal staat Jezus toe dat hij zal worden opgeofferd voor de hele mensheid om de zonden te betalen zodat iedereen zich met God kan verzoenen.
De symbolische relatie is dominant in het fresco, het teken. De achterliggende gedachte is veel belangrijker dan puur hetgeen dat je ziet.
Door de Bijbel zijn we deze afbeelding zo gaan interpreteren dat het symbool staat voor 'Het laatste avondmaal' van Jezus. De gebeurtenis is op een manier beschreven dat er op geen andere manier een afbeelding van gemaakt kan worden, kan worden geïnterpreteerd. In andere woorden, de Bijbeltekst spreekt over een gezelschap dat aan een tafel zit, met Jezus in het midden, discipelen aan weerszijde. Deze omschrijvingen kunnen we opnemen als afspraken waar wij ons aan houden om deze gebeurtenis weer te geven, waarna we weten: 'Hier gaat het om een symbolische relatie van het laatste avondmaal'.

Reclame afbeelding Benetton

Op de afbeelding hierboven zien we een reclame foto van Benetton. Zij hebben 'Het laatste avondmaal van Jezus' als voorbeeld genomen om deze afbeelding te realiseren. De kenner van het fresco van Leonardo da Vinci zal deze afbeelding daarmee in verband brengen. 

In deze afbeelding kunnen we de theorie van de gelaagde betekenis van Ronald Barthes ontdekken.

Denotatieve betekenis: Wanneer we op deze manier naar de afbeelding kijken, zien we een gezelschap dat aan tafel zit. Het valt op dat er een vrouw in het midden van de tafel zit en met vrijwel niemand contact heeft. Verder zie je groepjes vrouwen met elkaar discussiëren en valt één vrouw een beetje weg in de foto omdat zij donker gekleed en minder sterk gekleed is. Sommige vrouwen maken handgebaren naar boven, anderen maken gebaren van onbegrip.

Connatieve betekenis: Deze afbeelding staat symbool voor het laatste avondmaal van Leonardo da Vinci, de avond dat Jezus vertelt dat hij verraden zal worden door een van zijn apostelen. Deze betekenis kan alleen gegeven worden aan de afbeelding als de kijker genoeg bagage heeft om deze symbolische betekenis te achterhalen. Hij of zij moet dan een zekere mate van kennis hebben om te weten dat deze opstelling, de handgebaren, lichtinval, groepsvorming allemaal overeenkomen met het fresco van 'Het laatste avondmaal'. Zonder deze kennis bekijk je puur de afbeelding, terwijl je met de juiste kennis hierover meer weet dan de afbeelding kan laten zien.

Op de reclamecampagne van Benetton kunnen we ook de drie fundamenten van Peirce toepassen. (Hans van Driel, hoorcollege 10-9-2012)

Firstness: Er zijn veel verschillende fresco's te vinden over de hele wereld. Er is een wereld aan keuze mogelijkheid waaruit Benetton kan kiezen om te gebruiken voor de reclamecampagne.
Secondness: Benetton heeft uiteindelijk gekozen voor de fresco van Leonardo da Vinci 'Het laatste avondmaal van Jezus'. Dit is een feitelijk keuze want we kunnen dat zien aan de afbeelding. Je ziet duidelijke overeenkomsten tussen de fresco en de reclame afbeelding: dezelfde opstelling, een persoon in het midden van de fresco/afbeelding, aantal personen, verdeling van deze personen, toegepaste centraalperspectief, evenwichtig afgebeeld, gevormde groepen, overeenkomende gebaren, belichting. Door al deze overeenkomsten is het duidelijk dat de reclame afbeelding van Benetton is gebaseerd de fresco van Leonardo da Vinci.
Thirdness: De opstelling, details en techniek die worden gebruikt, kan voortaan worden geassocieerd met én 'Het laatste avondmaal van Jezus' én met de reclamecampagne van Benetton. 



Bronnen:
Theorie: Hans van Driel, Beeldcultuur hoorcollege 3, 10 september 2012
Aanvullende informatie:
- Driel, H. van (2004), Beeldcultuur. Amsterdam: Boom
- Barthes, R. Universiteit van Utrecht. Semiotiek. Geraadpleegd via: http://www.sg.uu.nl/de-academie/infographics/beeldtaal/semiotiek/
- Bijbel: Johannes 13:21-26 Geraadpleegd via: Wikipedia
-  Da Vinci, L. (1495-1498). Het laatste avondmaal [ Image of painting]. Geraadpleegd via: http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/0/08/Leonardo_da_Vinci_(1452-1519)_The_Last_Supper_(1495-1498)
- Reclame Benneton (2012) The last supper [Photograph].  Geraadpleegd via: http://www.glamjam.co/wp-  content/uploads/2012/05/theLastSupperFrancoisGirbaud.jpg

zondag 9 september 2012

Aanschouwen? Nee, beleef!


Kunst staat niet stil, maar blijft zich ontwikkelen. De ontwikkeling, die in de kunst plaatsvindt en ik wil gaan bespreken is de ontwikkeling van kunst 1.0 naar kunst 3.0. Van een mechanistisch wereldbeeld naar een postmoderne, van aanschouwen naar beleven.

What you see, is what you get

Kunstenaars die voor de ideeën van de romantiek leefden, kunnen we ook wel de fotografen van toen noemen. (Dhr. Hans van Driel, hoorcollege 03-09-2012) Alle kunst die zij produceerden was waarheidsgetrouw. In die tijd was het gangbaar dat een kunstenaar een opdracht kreeg van de bourgeoisie om bijvoorbeeld een schilderij te realiseren. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het portret. Het zijn vaak eenvoudige afbeeldingen van het gezicht, om te laten zien hoe een persoon eruit ziet. Deze stukken werden in opdracht gemaakt, vaak om status te benadrukken. Nadat het portret verwezenlijkt was, werd het aan de muur gehangen en had het een vrij passieve functie. Men mocht het aanschouwen.


Portret van Michiel Adriaanszoon de Ruyter uit 1667, geschilderd door Ferdinand Bol

De Romantiek, een deur naar mogelijkheden

Aan het einde van de 18e eeuw beginnen kunstenaars steeds meer belangstelling te tonen voor het gevoel, de persoonlijke beleving en dromen. Zij zetten zich af tegen het rationalisme en alle klassieke regels van de kunst zoals academische idealen, schoonheid door orde, evenwicht en regelmaat. Het draait niet meer om algemene kennis, regels, grenzen en beperkingen.(bron) De ideeën van de romantiek zorgen ervoor dat er meer vrijheid ontstaat in het produceren van kunt. Kunstenaars gaan hun eigen interpretatie van de wereld toepassen in hun schilderkunst. Geen slaafse kopie van de realiteit, maar eigen ideeën en interpretatie staan bij de romantiek op de voorgrond. Niet de opdrachtgever, maar de kunstenaar bepaald!  Een andere verandering zie je in dat wat afgebeeld wordt. De ‘normale’ mens wordt afgebeeld. Je ziet in romantische stukken bijvoorbeeld herders en boeren, zij die in het classisisme niet belangrijk genoeg werden gevonden om afgebeeld te worden. Ook komen er stukken over echte emoties zoals woede, angst en verliefdheid.


























De wandelaar boven de nevel van Caspar David Friedrich uit 1818


Beleef, ervaar en participeer!

Kunst 3.0 is de kunst van het ervaren. Er zijn geen richtlijnen waar een kunstenaar zich aan hoort te houden, de kunstenaar is vrij in alles wat en hoe hij het doet. Kunst 3.0 zet het publiek aan het denken. De kunstenaar heeft kunst geproduceerd en heeft dit naar zijn idee geïnterpreteerd. Het publiek weet in veel gevallen niet wat de kunstenaar bedoeld met het kunstwerk en moet het zelf gaan interpreteren en heeft hier ook de mogelijkheid voor. Er wordt hem niets opgelegd en ervaart het kunstwerk. Iedereen ervaart bepaalde dingen op een andere manier. De interpretatie van de kunstenaar, die van het publiek en het publiek onderling kunnen daardoor enorm van elkaar verschillen.

Tegenwoordig zijn er ook kunstwerken waarbij het publiek kan gaan deelnemen aan het kunstwerk zelf. De bedoeling van de kunstenaar is bij dit soort kunstwerken dat het publiek zelf moet gaan ervaren wat het kunstwerk met de bezoeker doet. Wat zie je? Wat voel je? Wat ervaar je?

Een mooi voorbeeld van een kunstwerk waarbij het publiek zelf iets kan ervaren is werk van Luke Jerram. Hij begon vanaf 2008 met de internationale tour van zijn kunstwerk “Play Me, I’m Yours”. In 2011 werd zijn werk tentoongesteld in Tilburg en een aantal dorpen rondom Tilburg. Zijn werk bestond uit 100 piano’s en 1 vleugel, die in en rondom de stad werden geplaatst. Iedereen was vrij om op deze instrumenten te spelen. Het publiek werd bij dit werk een onderdeel van het werk. De bezoeker kan op de piano spelen en ervaart zo een eigen gevoel bij het bespelen van het kunstwerk. 


"Play Me, I'm Yours" , Tilburg 2011

Vanaf 15 september is er in de kelders van de beurs van Berlage een bijzondere tentoonstelling te zien: Van Gogh in 3D. Vincent van Gogh was een Nederlandse kunstschilder. Hij heeft veel bekende schilderijen op zijn naam staan en deze zijn in de tentoonstelling te bezichtigen, op ware grootte en chronologisch gerangschikt. Voor deze tentoonstelling zijn de werken van Van Gogh digitaal hersteld, op kleur gebracht en is er bij de productie van de 3D animaties gebruik gemaakt van innovatieve stereoscopie. Bewegingen komen tot leven, gelaagdheid en verborgen details worden zichtbaar. (bron) De beelden nemen je mee in het werk van Van Gogh zoals hij het eigenlijk voorgesteld heeft. Bij deze tentoonstelling kun je de werken van Van Gogh zelf gaan beleven. Het mooie van deze tentoonstelling is dat een kunstvorm, het schilderij, dat eigenlijk bedoeld is om te aanschouwen, nu beleefd kan worden door het publiek. 

In mijn ogen is kunst 3.0 een wereld die open gaat. Nog steeds wordt er gedacht dat kunst alleen bedoeld is voor de elite van de samenleving. Door deze kunstvorm en initiatieven zoals “Play Me, I’m Yours” wordt kunst toegankelijk voor iedereen. 


Bronnen
Theorie: Hans van Driel, Hoorcollege 2, maandag 3 september 2012
Aanvullende informatie:
- Beurs van Berlage (2012). Tentoonstelling Van Gogh: My Dream Exhibition. Geraadpleegd via: http://www.beursvanberlage.nl/van-gogh-my-dream-exhibition/
- Friedrich, C. (1818). De wandelaar boven de nevel [ Image of painting]. Geraadpleegd via: https://www.kunstkopie.nl/kunst/caspar_david_friedrich/5945000.jpg
- Jerram, L. (2011). Play me I'm yours. Geraadpleegd via: http://www.streetpianos.com/tilburg2011/
- Kunst-stof (Jaartal onbekend). Geest van de Romantiek. Geraadpleegd via: http://www.kunst-stof.nl/Romantiek/index_Romantiek.htm
- De Ruyter, M. (1667). Ferdinand Bol [ Image of painting]. Geraadpleegd via: http://www.online-utility.org/image/ImageCache?file=3/36/MichieldeRuyter_doorFerdinandBol.jpg/800px-MichieldeRuyter_doorFerdinandBol.jpg



zaterdag 1 september 2012

Steeds meer '-er': slimmer, sneller, nauwkeuriger


Hoe het allemaal begon…

In de jaren ’90 heeft onze samenleving kennis mogen maken met een nieuw fenomeen, het internet. Via het ‘World wide web’ kan men op een snelle manier informatie opzoeken en/ of informatie overdragen. Voor onze samenleving is dit een grote openbaring. Wanneer er behoefte aan informatie is, slaan we vrijwel geen boek meer open maar schieten we vliegensvlug achter de computer om de gewenste informatie op te zoeken. De functie van de websites is vooral het presenteren van informatie, ze fungeren dan ook als ware etalages. Als voorbeeld nemen we een website van een bedrijf. Dit bedrijf laat ons door middel van een website zien wat het wil dat wij als publiek zien ( H. v. Driel, hoorcollege beeldcultuur, 27-08-2012 ). Er wordt gepresenteerd vanuit één invalshoek, disciplinair. Tevens is er sprake van eenrichtingsverkeer, de nadruk ligt op het delen van informatie zonder interactiviteit na te streven. Deze vorm van internet noemen we ‘Web 1.0’. Aan de manier van informatie overdragen kunnen we zien dat we in de jaren ’90 nog volop in de schriftcultuur zitten, het is namelijk een statische manier van informatieoverdracht. Maar wij als mensen willen vooruit, als iets goed is, moet het nog beter, nog meer.

Na Web 1.0 komt…

In de loop der jaren zijn we als samenleving alsmaar meer gaan verwachten van het internet. Het moet sneller, beter en nauwkeuriger. Alle kenmerken die web 1.0 met zich meedraagt, worden uitgebreid. Web 3.0 ontstaat. Het betekent meer snelheid, mobiel internet, het idee van driedimensionaliteit. Internet moet niet meer gezien worden als een catalogus waar we informatie in kunnen opzoeken, maar als een gids die gebruikers ondersteund bij het zoeken naar de juiste informatie op basis van persoonlijke voorkeuren en de context hiervan. ( Jop Esmeijer, 2009)

Door de vloedgolf aan informatie, zijn we een kritische houding aan gaan nemen tegenover informatie op het internet en zijn we het niet meer direct eens met de eerste beste invalshoek die we tegenkomen. Internet krijgt een multidisciplinair karakter. Als samenleving gaan we ontdekken dat het internet uitstekend kan functioneren als platform. Het wordt een industrie waarin ruimte is voor discussie (Nova Spivack, 2008). Verschillende sites zijn in opkomst die dit met zich meedragen. We gaan het internet gebruiken om onze eigen ideeën en kennis te delen en we discussiëren hierover. Sociale Media zoals Facebook en Hyves lenen zich hier perfect voor.

Door de samenleving wordt er volop ingespeeld op alle mogelijkheden die het internet tegenwoordig heeft. Als we bijvoorbeeld gaan kijken naar het televisieprogramma van de AVRO, ‘Wie is de Mol’, zien we dat zij volop gebruik maken van het internet. Ten eerste hebben ze al een eigen website, maar verder spelen zij in op Sociale Media zoals Twitter, Facebook en Hyves. Ook is er een forum op de site waarin mensen kunnen discussiëren over het televisieprogramma. Kortom, ook zij gebruiken alle mogelijkheden van web 3.0, het is tegenwoordig vanzelfsprekend.

Hoe nu verder?

Web 1.0, web 3.0 en web 4.0! 


Ook web 4.0 maakt een grote opmars in onze samenleving. Bij dit internet komen alle verschillende technologieën die nu al worden gebruikt naast elkaar te staan, maar worden ze ook met elkaar in verbinding gebracht. Het draait om connectiviteit. Er zijn al verschillende ideeën naar voren gekomen over hoe web 4.0 in de praktijk zal gaan werken. Een voorbeeld van een visie op web 4.0 van Seth Godin: “Ik ben te laat voor een diner. Mijn GPS telefoon weet dat omdat het toegang heeft tot mijn agenda, locatie en verkeersinformatie, het staat allemaal met elkaar in verbinding. De vertraging wordt vervolgens automatisch gemeld aan degenen die op mij wachten”.

Het internet heeft een belangrijke plaats gekregen in onze samenleving, het valt bijna niet meer weg te denken. Technologie staat niet stil, maar hoe ver willen we nog gaan met het ontwikkelen van het internet? Stoppen we pas met het vernieuwen van het web tot er voortaan volledig door een computer voor ons wordt gedacht? Een systeem dat een zelfdenkend vermogen heeft dat ons voortaan verteld wat we moeten doen? En wat zal er na dat systeem ontwikkeld worden? Blijft het internet wel bestaan of zal er een nieuw systeem komen dat ervoor zorgt dat het internet een verouderde methode maakt? De tijd zal het leren.

Persoonlijk ben ik een grote voorstander en gebruiker van het internet. Het idee om continu in verbinding te staan met het web geeft me een veilig gevoel. Ik ben altijd op de hoogte van het laatste nieuws, van de informatie waarvan ik op de hoogte wil worden gehouden. Alle ontwikkelingen die zich voordoen op het gebied van internet zorgen ervoor dat dit op den duur steeds makkelijker kan en gaat. Uiteindelijk denk ik dat het world wide web alsmaar slimmer en breder wordt en de informatiestroom steeds toegankelijker . Hierdoor ben ik van mening dat het internet en deze informatietoegang een nog grotere rol in ons leven gaat spelen dan dat het nu al doet. 

Bronnen
Theorie: Driel van, H., Beeldcultuur hoorcollege 1, Hans van Driel, maandag 27 augustus 2012
Aanvullende informatie: 
- Afbeelding web 4.0: http://qibiq.nl/2011/02/wat-na-web-4-0/
- Esmeijer, J., (2009, 5 januari). Web, webber, webst: van 1.0 naar 3.0 en verder. [ Web log post]. Geraadpleegd via: http://www.frankwatching.com/archive/2009/01/05/web-webber-webst-van-10-naar-30-en-verder/
- Godin, S., (2007, 19 januari). Web4. [ Web log post]. Geraadpleegd via: http://sethgodin.typepad.com/seths_blog/2007/01/web4.html
- Spivack, N., (2008, 3 April). The semantic web as an open and less evil web. [Web log post]. Geraadpleegd via: http://thenextweb.com/2008/04/03/nova-spivack-the-semantic-web-as-an-open-and-less-evil-web/
- Wie is de mol? (2012). Geraadpleegd via: http://avro.nl/wieisdemol/